Presentatie taalopdracht Ralfi-lezen
ALGEMENE INFORMATIE
Ralfi is een methodiek om de leesvaardigheid te verbeteren bij kinderen, bij wie het lezen niet versnelt of automatiseert.
Voor wie is RALFI geschikt?Voor kinderen
• die de spellende leeshandeling (grotendeels) beheersen maar die langdurig veel te traag blijven lezen. Het lezen versnelt en automatiseert niet.
• bij wie het AVI niveau (vrijwel) blijft stilstaan; de vorderingen beslaan minder dan 2 AVI instructieniveaus per jaar.
• herhaalde presentatie van korte, op elkaar gelijkende woorden, leidt vaak niet of nauwelijks tot verbetering van het lezen van de betreffende woorden.
• bij wie het opvallend is dat vaak langere woorden met een complexe orthografische structuur minder problemen opleveren dan korte woorden
UITGANGSPUNTEN
• R= Repeated:
herhaald lezen met tussenpozen:
• A= Assisted:
ondersteund door voorlezen-voorzeggen en bijwijzen
• L= Level:
inzetten op een hoog niveau.(leeftijdsadequaat)
• F= Feedback:
directe neutrale feedback bij fouten, maar ook toegespitste positieve feedback
• I= Interactie:
enthousiaste interactie over de inhoud
WOORDENSCHAT EN RALFI
Tijdens RALFI staat de betekenis en de beleving van het lezen centraal, daarom is het essentieel dat de kinderen de stukken tekst goed begrijpen.
Woord-begrip is daarbij een zeer belangrijke bepalende factor.
Het herhaald en ondersteund lezen(RALFI) geeft goede uitgangspunten voor een positieve ontwikkeling m.b.t. de woordenschat.
Een efficiënte en effectieve didactiek hierbij is:
CUVAR
CU= context + uitleg:
Aan de hand van het verhaal wordt de betekenis van het woord uitgelegd.
V = variatie:
De leerkracht zegt het woord binnen verschillende contexten.
A = aanvulzin:
De leerkracht zegt een aanvulzin met het te leren woord.
R = Registratie:
De leerkracht – leerling schrijft het woord op. Iedere keer wanneer de
leerling het woord zelf actief gebruikt in een eigen zin komt er een streepje
achter het woord te staan.
AANBIEDINGSVORMEN
VoorlezenDe eerste vijf keer dat een tekst gelezen wordt, leest de leerkracht(ouder) de tekst eerst vloeiend voor in een normaal leestempo. De kinderen lezen mee, terwijl ze bijwijzen. De zesde keer wordt de tekst niet voorgelezen maar lezen de kinderen de tekst zelf voor.
KoorlezenNa het voorlezen vindt koorlezen plaats. Alle kinderen lezen tegelijkertijd en hardop de tekst voor. (thuis leest het kind samen met de ouder de tekst hardop voor)
Duolezen of individueel lezenVervolgens wordt gebruik gemaakt van duolezen of individueel lezen. Bij het duolezen leest het ene kind de tekst, terwijl het andere kind meeleest en helpt waar nodig is. Hierna wisselt dit. Bij individueel lezen, leest het kind de tekst hardop , terwijl de leerkracht meeleest en helpt waar nodig is
BENODIGDHEDEN
- Een boek: verhalend of informatief, minstens 4 of 5 AVI-niveaus boven het laagste instructieniveau van de groep
- Mappen of schriften voor alle kinderen in de groep, met daarin de gekopieerde stukken tekst en, indien CUVAR gebruikt wordt, woordenlijstjes naar aanleiding van de tekst, woorden gemarkeerd in de tekst.
- Een markeerpen om woorden in de tekst mee te markeren
- Bijwijskaartjes voor alle kinderen

Bron:
- Ralfi lezen. (z.j.) Geraadpleegd op 28 maart 2012, op http://www.ralfilezen.nl/nl/
**De powerpoint presentatie kan niet op blogspot. Daarom staat alle informatie (die ook in de powerpoint staat) op deze manier op blogspot
Zelfreflectie:
Vragen uit de presentaties + antwoorden:
ondersteund door voorlezen-voorzeggen en bijwijzen
enthousiaste interactie over de inhoud






