donderdag 16 februari 2012

Toepassingskaart 1: aanleggen digitale themamap

Eigen leerbehoeften en plannen voor de praktijk.

Persoonlijke leerdoelen:
- Ik wil in mijn nieuwe stageklas differentiëren. Dit wil ik bereiken door veel lessen te geven en te praten met mijn mentor over het onderwerp differentiëren. Ik ga stage lopen in groep 6, 7, en 8. Het moet is dus realistisch om te differentiëren, ik krijg daar de gelegenheid voor. De school is een Jenaplanschool, dus die differentiëren ook veel. Vooraf vertel ik aan mijn mentor dat ik meer wil differentiëren en dat ik dit wil oefenen. Misschien dat mijn mentor me hulp kan bieden. Het doel is bereikt als ik het differentiëren veel geoefend heb en als mijn stagebegeleider ziet dat ik kan differentiëren en dat ik dit ook goed uitvoer. Om het differentiëren te oefenen ga ik veel lessen geven aan de groep. De klas is een stamgroep en bestaat uit groep 6, 7 en 8. Ik denk dat ik dus veel ga differentiëren, doordat er al 3 leerjaren in een groep zitten. Om te kijken of ik het doel behaald heb, vraag ik steeds om feedback van mijn mentor.

- Ik wil mijn onderzoek goed kunnen uitvoeren op mijn stageschool. Ik hoop dat zij mij hulp kunnen bieden. Ook hoop ik dat ze mij de ruimte geven om te onderzoeken. Ook mijn praktijkonderzoek wil ik uitvoeren op mijn stageschool en op mijn vorige stageschool. Met de uitvoering van het onderzoek wil een duidelijke planning maken en niet alles op het allerlaatste moment doen. Ik hoop op hulp van mijn mentor en studiebegeleider. Verder ga ik me verdiepen in de stof van het onderzoek.

- Ik ga voor de volgende periode een planning maken. Ik ga proberen om me aan de planning te houden en dus werkelijk uit te voeren. Deze planning geldt voor de pabo en voor stage. Ik ga een grote kalender op mijn deur hangen. Ik heb al ervaringen met een planning maken. Ik heb een soort ‘to do list’ gemaakt voor periode 2. Dit is goed bevallen en dit wil ik ook gaan toepassen in periode 3 en 4.

- Ik wil meer gaan observeren in mijn stageklas. Dit om vaardiger te worden in observeren. Ik vind het best wel lastig om te observeren. Maar door het veel te oefenen en veel uit te voeren gaat dit denk ik wel lukken. Doordat ik veel lessen geef (ik sta de hele dag voor de klas) schiet observeren er vaak bij in. Maar ik wil vaker op maandag naar stage gaan, om te kunnen observeren. Dit wil ik ook doen in belang van mijn onderzoek. Ik wil voor mijn onderzoek ook veel observeren. Deze observaties schrijf ik allemaal op in een apart boek en dit doe ik gedurende periode 3 en misschien periode 4.

- Ik vind het lastig om over mezelf te reflecteren na een gegeven les. Ik heb hier best wel moeite mee, omdat ik mezelf niet kan zien. Soms weet ik wel dat er dingen fout gaan, maar toch wil ik het meer oefenen, Ik ga dit de volgende periode dus goed aanpakken. Zo wil ik na elke les een zelfreflectie schrijven. Hierbij schrijf ik over de sterke en zwakke punten. Ik wil hierbij hulp krijgen van mijn mentor, zodat zij mij vragen kan stellen. Ik geef antwoorden op die vragen en mijn mentor geeft dan vervolgens haar feedback. Zo reflecteer ik goed over mezelf. Ik wil gewoon handiger worden in reflecteren.

- Ik wil meer variëren met verschillende werkvormen, mediagebruik en samenwerkingsvormen. Dit voer ik uit door toe te passen op mijn stage. Ik wil de kinderen meer de mogelijkheid geven om samen te werken. Maar dat zou ik wel uit kunnen voeren, omdat ik op een Jenaplanschool stage ga lopen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten